tekst Blauw Maan-water - Jan-Hein de Wit
15958
page-template-default,page,page-id-15958,page-child,parent-pageid-15744,usm-premium-16.2-updated-2022-11-02,sfsi_plus_16.2,sfsi_plus_count_disabled,sfsi_plus_actvite_theme_default,bridge-core-3.0.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-28.7,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.8.0,vc_responsive

Blauw Maan-water

M

ijn geliefde heeft blauwe ogen. Mooie blauwe ogen.
Ach, er is geen mooi of lelijk blauw.
Er is alleen blauw.
En háár blauw.
Haar blauw kan ik niet schilderen. Blauw wel.
Het is geen kunst.
Een kwast, een pot verf, papier en klaar.
Haar blauw kan ik niet schilderen.
Haar gevoel, aandacht, levenslust, geschiedenis, vermoeidheid
en al die dingen die niet in een verfpot zitten.

 

Ze viel voor blauw, mijn geliefde. Zo maar ineens.
Of niet?
Maan-water sierde een muur.
Het was een muur van een of andere zakelijke kamer.
Een neutrale kamer.
De ruimte, de muur kreeg een gezicht, een uitdrukking.
De muur kreeg blauw ogen.
Té blauw vond ik.

 

Maar zij vond het overweldigend.
Dat gezicht.
Het oog.
Het levende blauw.
En op het tweede gezicht: een maan, of een strand,
rivieren misschien.
Ze ziet een zee.
En land, of aarde.
Ze ziet oervormen, harmonie.
Oerkrachten in een grillig contrast evenzeer als harmonie.
En de horizon is blauw.
Peilloos diep blauw.

 

Zij kocht het schilderij. Ik kocht mee.
En nu hangt het al jaren midden in de kamer.
Het is ook mijn schilderij geworden.
Ik heb nu eenmaal meer tijd nodig.
Maar wat ik zie blijft toch een beetje háár blauw.

 

Ze ligt op de bank.
Dodelijk vermoeid.
Te jong om uitgeleefd te zijn.
Het blauw roept haar blauw.
Levenslust roept levenslust.
Kracht roept kracht.

 

Balans.
Woestenij en contrast aan de ene kant.
De diepe horizon, de rand van de zee aan de andere kant.
Bomen.
Stromen en rivieren.
Aarde.
Het leeft. Het is een oervorm van kracht.
Het is levenslust. Het geeft energie.

 

Het zindert.
Een oer-gevoel.

 

Zij krijgt energie. Zij hervindt haar levenslust.
Zij staat op en trekt de wereld in.
Op gevoelsafstand van Maan-water.
Als een satelliet in een vaste baan om haar aarde.

 

Het is ons schilderij geworden. Onze spiegel van energie.
Het blauw is de zee waar wij langs lopen.
Op vaste afstand van het blauw.

 

Het blauw is zo onuitsprekelijk rijk en gewoon geworden.
Zoals dat van haar ogen.