2025-06 ZUINIG
2025-06 ZUINIG
Op de hoek bij Sluis 0 was een winkel met hele grote ramen. Op de balk erboven stond in grote kapitalen ‘P. de Gruyter’. Overigens heb ik me in mijn jeugd nooit afgevraagd waarom deze sluis in de Zuid-Willemsvaart in Den Bosch niet nummer 1 is, als eerste van vele sluizen in zuidelijke richting. Het is een mooi verhaal over het begin van de 19e eeuw. Terzijde.
Ik groeide op vlak bij Sluis 0. Ik hoorde de sluiswachter vloeken op schoffies die hem treiterden. Dit brave jongetje was geen schoffie. Hij deed boodschappen voor zijn moeder bij de Gruyter. De Gruyter was een van de eerste ketens van kruideniers, het voorstadium van de supermarkt. Sommigen zeggen dat het begrip grootgrutter zijn oorsprong vindt bij de Gruyter. Maar dat is niet waar. Garmt Grootgrut bestaat in het verhaal van heer Bommel. Terzijde.
Die P van de Gruyter staat voor Piet. Dat is niet onbelangrijk, want de eigenaar werd door iedereen Piet den Dief genoemd. Het klinkt lekker en er was blijkbaar een grond voor deze titel. Mooie verhalen. Bijvoorbeeld dat een kilo suiker werd verpakt in zwaar papier, zodat er netto minder suiker in zat. Of de achterdocht bij de reclameslogan van de Gruyter: ‘én betere waar én tien procent!’. Ja ja….
Maar heel Nederland kende de uitvinding ‘snoepje van de week’. Bij elke 5 gulden aan boodschappen ging je naar huis met een klein zakje snoep, ter waarde van 10 cent. Na enkele jaren veranderde de toegift in een klein stukje speelgoed, maar het bleef een ‘snoepje’.
Bij Piet den Dief werd het afwasmiddel Lodaline verkocht in grote glazen flessen van een liter. Voor de fles gold statiegeld. Je zette de lege fles op de toonbank en kreeg dan 5 cent of naar keuze een volle fles met 5 cent korting.
Wij hadden thuis geen materiële zorgen maar er was een cultuur van zuinigheid en soberheid. Mijn vader kon een gezin van negen kinderen goed onderhouden. Maar zijn vader was een keuterboertje. Mijn vader is opgegroeid met noodzakelijke soberheid en zuinigheid. Bij mijn moeder was het niet veel anders. Armoede was voor mijn grootouders niet ver weg en daarvan waren mijn ouders de kinderen. Dus werd een lege fles altijd nog een keer nagespoeld met warm water om de laatste moleculen Lodaline te benutten.
Blijkbaar was die ene keer het water te heet of het granieten aanrecht te koud, omdat pardoes de bodem van de fles sprong. Met plakband werd de bodem weer onder de fles gezet en ik kreeg de instructie om de fles gewoon op de toonbank te zetten. Zoiets werd mij wel toevertrouwd. Ik denk dat ik een rustige en serieuze en dus betrouwbare jongen was. Ik was geschikt om Piet den Dief voor 5 cent op te lichten.
Na 67 jaar kan ik me het nog goed herinneren. Lopend met een tas over de brug, langs sluis 0, naar het grote gebouw met de enorme ramen; en dat ik met een raar gevoel de fles op de toonbank zette. Missie volbracht. Mijn moeder was trots.
“Zuinigheid met vlijt bouwt huizen als kastelen.”