Column | Weemoed - Jan-Hein de Wit
16785
page-template-default,page,page-id-16785,page-child,parent-pageid-16576,usm-premium-16.2-updated-2022-11-02,sfsi_plus_16.2,sfsi_plus_count_disabled,sfsi_plus_actvite_theme_default,bridge-core-3.0.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-28.7,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.8.0,vc_responsive

2023-10 WEEMOED

Ik sta in Blitterswijck aan de Maas bij Tante Jet. Met het voet- en fietsveer ga ik dadelijk naar de overkant en dan weer terug. Dat vind ik fijn, teruggaan. Het is september. In deze periode schakelen we van zomerse herinneringen naar winterse verwachtingen, van het rijke leven buiten naar het knusse leven binnen.

 

Dat fietsveer is er vooral voor de toeristen . Het is wel anders geweest. Tot begin jaren vijftig was er het voetveer. Met de komst van de brug bij Wanssum raakte het voetveer in onbruik. Mooie verhalen gaan er rond over de tijden van het veer en het veerhuis.

 

En over Tante Jet. Hendrika was haar naam. Geboren in 1914 en gestorven in 1995. Tachtig jaar. Opgebaard in het café. Na een bewogen leven van een veelzijdige zakenvrouw van het veerhuis. In 1957 werd het veer opgeheven. Geen probleem voor Tante Jet. Het veerhuis werd vele jaren erna drukker en drukker. De gasten kwamen steeds weer terug bij Tante Jet. Ook al was er geen veer. Terugkeren kan altijd, terug in de tijd kan geen mens.

 

Er zijn er die met weemoed nog terugdenken aan de tijden van Tante Jet. En sinds 2003 is er weer een veer, terug van weggeweest. Maar terugkeren in de tijd kunnen we niet. We weten dat het niet kan, maar toch zouden we willen. Dat is weemoed.

 

Hier langs de oevers van de Maas heeft niemand haast. De overkant is een uitzicht. In de juiste gemoedstoestand kun je de overkant zien als de toekomst of het verleden of het ideale leven of de hemel. De oever is een plek voor overpeinzingen voor dromen over de toekomst of voor dromen over thuis. De overkant. Een plek voor een meditatieve stemming. Zeker in deze periode waarin de zomerse gedachten kantelen naar winterse verwachtingen. Er is genoeg om te overpeinzen.

 

Over stilte en meditatie: het is wat ver gezocht, maar in Limburg aan de oever van de Maas stonden vroeger heel wat kloosters. Van Arcen tot Roermond en verder tot Maastricht. Er staan er nog wel enkele. Bijvoorbeeld in het mooie dorp Steyl.

 

Hier in Blitterswijck was ook korte tijd een klooster gehuisvest. In de eerste decennia van de vorige eeuw. Even waren hier Trappistinnen. Vergeet de associatie met bier·. Het waren slotzusters die leefden volgens de regel van Benedictus: in armoede, nederigheid en gehoorzaamheid. Geen bier voor hen dus. Maar ze maakten wel kaas en die werd verkocht via een draaischijf om alle contacten met de buitenwereld te vermijden. Van die korte geschiedenis is al leen nog een poortje over. Er is verder helemaal niets meer om naar terug te keren.

 

Straks ga ik met het veer naar de overkant.

 

Een veerpontje. Het is op reis een plek waar je moet wachten . Het is een soort van prettig wachten, in afwachting van het veer en ook tijdens de korte vaart over de Maas. Een heilzaam wachten op de boot. Met weemoed. Want ik wil wel naar de overkant, maar ik wil ook graag weer terug.