2024-10 ONTWAKEN
2024-10 ONTWAKEN
De zon staat laag. Het licht schijnt zachtjes over een kunstwerk aan de Langstraat. Witte structuren in het gras: wat onduidelijke stukken beton. Met dit licht is het mooi wit in contrast met de herfstige achtergrond.
Het werk is van de kunstenaar Gussen Wie uit Leunen. Hij leeft al lang niet meer, jong gestorven in 1979, 46 jaar oud. Gussen Wie was een klassiek opgeleide kunstenaar. Het werd een vernieuwer. Hij was niet geïnteresseerd in status als bekend kunstenaar. Hij verzamelde allerhande jonge mensen om zich heen, jonge kunstenaars. Hij trok mensen naar zich toe. Voor hem was het proces van scheppen het allerbelangrijkste. Als een werk eenmaal af was, had hij er minder belangstelling voor. “Neem maar mee”, zei hij dan. Het was een linkse rakker, zoals de hele kunstwereld in de jaren zestig en zeventig. Maar hij was absoluut geen moralist. Het was een goed mens. Hij wilde geven en was uiterst mild in allerhande zaken.
Het kunstwerk aan de Langstraat heet Ontwaken. Ontwaken is iets anders dan wakker worden. Ontwaken heeft een meer epische connotatie zoals ‘Ontwaakt verworpenen der aarde!’ Die sfeer past ook wel bij Gussen Wie in zijn tijd. Het is nog de tijd van de socialistische strijdliederen, de tijd dat de VARA radio-uitzendingen begonnen met het lied Morgenrood. Maar het kunstwerk Ontwaken had een veel burgerlijker bestemming. De gemeente Venray had Gussen Wie gevraagd om in een kunstwerk vorm te geven aan de afronding van de naoorlogse wederopbouw en de succesvolle wording van een modern Venray. Venray is weer opgestaan na de enorme verwoestingen aan het einde van de oorlog. Zo’n kunstwerk zou mooi passen op het grootste plein van Venray. Het was toen nog een dorp, maar de ambities om een provinciestadje te worden waren heel sterk. En daar hoort beeldende kunst bij. Maar toen de gemeentebestuurders het ontwerp voor ogen kregen, trokken ze wit weg. Ze hadden blijkbaar gerekend op een klassieke uiting van vrijheid en wederopstanding. Deze abstracte flauwekul hadden ze niet bedoeld. Bovendien zouden kinderen het maar als speeltuig zien. Dit laatste had Gussen Wie trouwens precies bedoeld. Wat nu? Om toch een aangegane verplichting na te komen, kreeg het kunstwerk een plaatsje uit het zicht, aan de rand van het dorp. Maar wat vond Gussen Wie daarvan? Die zat er helemaal niet mee, weet ik van zijn vrouw. Het deerde hem helemaal niet. Het was eigenlijk een schandalig optreden van het gemeentebestuur, maar het zat niet in hem om daar iets van te vinden.
Gussen Wie was een vrij man. Hij was ontwaakt en volgde zijn idealen. Zo krijgt het wat pompeuze begrip ontwaken een meer spirituele betekenis: de idealistische kunstenaar die onthecht is en zijn kunstwerken weggeeft. Voor wie het van geen belang is dat zijn opdrachtgever zijn werk afwijst. Voor wie scheppen het doel is en niet het geschapene. “Als je het mooi vindt, mag je het meenemen en anders laat je het maar staan.” Gussen Wie was een vrij man. Hij was ontwaakt en volgde zijn idealen. En de uitbeelding van dat idee staat nu te shinen aan de Langstraat.