Column | Contact - Jan-Hein de Wit
17037
page-template-default,page,page-id-17037,page-child,parent-pageid-16576,usm-premium-16.2-updated-2022-11-02,sfsi_plus_16.2,sfsi_plus_count_disabled,sfsi_plus_actvite_theme_default,bridge-core-3.0.1,qode-page-transition-enabled,ajax_fade,page_not_loaded,,qode-title-hidden,qode-theme-ver-28.7,qode-theme-bridge,disabled_footer_bottom,qode_header_in_grid,wpb-js-composer js-comp-ver-6.8.0,vc_responsive

2025-11 CONTACT

In mijn klas zitten twaalf kinderen. Het zijn kwetsbare persoonlijkheden. Ze hebben weinig vermogens en ze zijn opgegroeid in zwak sociale of moeilijke omstandigheden. Als ze al uit een normaal gezin komen, hebben ze weinig meegekregen om met trots en vertrouwen in de wereld te staan.
Twee jongens vragen voortdurend om aandacht: Hamid en Jamal. Ze zijn druk, ongeconcentreerd en agressief. Als ze bij elkaar in de buurt zijn, vechten of schelden ze. Maar ik vind ze aandoenlijk, onbeholpen en kwetsbaar. Ik heb een authentieke neiging om met ze te stoeien. Ik wil ze in de houdgreep nemen, of gemoedelijk een stomp geven tegen hun bovenarm. Maar ik ben voorzichtig. Leraren moeten van hun leerlingen afblijven.

 

Ik geef het vak Verzorging aan deze klas. Ik ben gericht op een goede sfeer, op ‘samen doen’. Ik wil dat ze zich veilig voelen. En dat ze positieve ervaringen opdoen. Ik wil ze helpen te groeien. Het gaat soms moeizaam. Hamid zet een kraan open en Jamal houdt zijn duim tegen de opening. Jamal gooit de pen van zijn buurvrouw naar het achterhoofd van Hamid. Enzovoorts. De andere kinderen nemen geen deel aan deze oorlogjes. De meesten hebben genoeg aan zichzelf of ze hangen aan mij. Maar vaak ook heb ik ze allemaal in mijn zak. Ook de twee kikkers.

 

En die ene les. Die les zal ik nooit meer vergeten. Ik hou veel van deze kinderen. Maar dat ik een brok in mijn keel zou krijgen.. Contact maken… Met handcrème!

 

De les ging over wratten, sproeten, puistjes, blauwe plekken, schaafwonden en jeuk. Ik had vlak voor de les bij toeval ontdekt dat er in de kast manicuursetjes lagen. En een doos handcrème. Leuk voor de laatste tien minuten van de les.
“Als je klaar bent met het verzorgen van je nagels, kom je bij mij en dan zal ik je handen insmeren met handcrème.”
Wat zeg ik nu?!

 

Ze zitten allemaal druk te rommelen met de etuitjes: schaartje, vijltje en bokkenpootje. Binnen vijf minuten staat Jamal voor me. Hij steekt zijn handen vooruit en straalt. Ik smeer zijn handen zorgvuldig in met de dunne crème. Die andere kikker staat al te wachten. En als ik de handen van Hamid behandel, vormt zich een keurige rij achter hem: Jill, Geert, Sahid, Mieke, Teun, alle tien.
En een voor een steken ze hun handen naar me uit. Met een bedeesde blik, of wat verlegen gegrinnik. Maar zonder aarzeling. Met overtuiging zelfs. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is sta ik daar twaalf paar handen te zalven. Ik vind het heerlijk. In een andere laag van mijn bewustzijn loert een lichte twijfel: is dit wel in de haak? Maar mijn twijfel verdampt al snel. Ik zie dat Hamid weer achteraan in de rij gaat staan! Als hij aan de beurt is, smeer ik voor de tweede keer zijn handen in.
Triomfantelijk en met opgestoken handen loopt hij naar Jamal. Die springt overeind en stuift op me af. Zijn handen uitgestoken. En dan gaat de bel. Ik ben gered.
Ik had nog vele handen willen zalven.